Afbeelding
BLOEMBERICHT december 2024

Beste vriend/vriendin

Het twaalfde nummer van jaargang 4. Veel leesplezier.

Inhoud van dit Bloembericht

  • In 2025 wordt voor de 12e keer de Mr. J.C.Bloem-poëzieprijs uitgereikt.op 9 juni
  • Wist u dat? Rubriek met wetenswaardigheden, opmerkingen en vragen.
  • Dichters die aandacht verdienen, deze maand Bauke Vermaas
  • Bloem over de grens.
  • Hoe gaat het met oud-genomineerden en prijswinnaars? We volgen hun werk. Deze maand Marwin Vos
  • Het Bloemgedicht van de maand.
  • Lars Stroeve - rectificatie

9 juni 2025 - Uitreiking van de 12e Mr. J.C. Bloem poëzieprijs

Pinkstermaandag (9 juni 2025] vindt de prijsuitreiking plaats van alweer de 12e aflevering van onze tweejaarlijkse prijs.
Het lijkt erop dat de jury [Noraly Beyer, Froukje van der Ploeg en Joost Nijsen) een mooie verzameling bundels tegemoet kan zien.
Op dit moment zijn er al een twintigtal titels bekend en het jaar is nog niet verstreken. Tot 31 januari kunnen uitgevers nog bundels insturen die in 2023 en 2024 zijn verschenen. Wim van Til van Poëziecentrum Nederland uit Nijmegen is van grote waarde geweest bij het opsporen van de bundels.
De prijs (groot €2500,-) wordt beschikbaar gesteld door de gemeente Steenwijkerland.
Waar de prijsuitreiking op 9 juni zal plaatsvinden, wordt te zijner tijd bekendgemaakt.
 

Wist u dat ...

ANBI-status
De stichting heeft de ANBI-status. RSIN nummer 813677543
Een gift is aftrekbaar voor de belasting. Wilt u meer informatie, neemt u dan contact op met de penningmeester.

Beste meneer Bloem
De jubileumbundel 'Beste meneer Bloem' is goed ontvangen. Voor vrienden te koop voor € 10,-- ex. verzendkosten of af te halen bij bestuursleden, op afspraak.
Of te bestellen via deze link 
Cadeautip: laat de bundel naar de ontvanger versturen na bestelling.

Oproep
Het bestuur kan versterking gebruiken.. Iets voor u? Meer informatie via info@jcbloemstichting.nl

Dichters die aandacht verdienen

Vanaf dit nummer van Bloembericht vindt u elke maand een (bij velen) nog niet zo bekende dichter die aandacht verdiend. Deze maand Bauke Vermaas. 

 
Bauke Vermaas
Afbeelding
Bauke Vermaas (1979) werd in januari 2023 benoemd tot stadsdichter van Zwolle, een rol waarin ze poëtisch verwoordt wat er leeft in de stad.
Met haar achtergrond in de natuurkunde en haar sterke schrijversvaardigheden wist Vermaas de aandacht te trekken als een gevoelige waarnemer die de stad op empathische wijze representeert.
Haar poëzie richt zich op thema's die zowel een directe als een subtielere verbinding met de Zwolse samenleving hebben, wat haar gedichten voor velen herkenbaar en toegankelijk maakt.
Ze publiceerde haar werk in gerenommeerde tijdschriften, zoals Hollands Maandblad en Het Liegend Konijn Papieren Helden, en is ook actief op
Instagram met haar wielergedichten onder de naam @wielerpoezie.
Ga hier naar Wielerpoëzie op Instagram
Ze schrijft:
‘Verbonden met mijn stadsdichterschap: nu Serious Request in Zwolle neerstrijkt met als goede doel Metakids, dat zich richt op onderzoek naar metabole ziekten, komen twee dingen voor mij samen. Twintig jaar geledenwerkte ik bij de patiëntenvereniging voor deze ziekten (VKS) en nu draag ik als stadsdichter een klein steentje bij aan meer bekendheid van deze groep zeldzame ziekten. En ook als mens ook.’

In maart 2024 won Bauke de Willem Wilmink wedstrijd met het gedicht MAG IK
Afbeelding

Naast haar stadsdichterschap draagt Bauke Vermaas bij aan culturele evenementen en platforms, zoals het poëziepodium “Lege Stoelen,” een initiatief van een eerdere stadsdichter, waarmee ze haar betrokkenheid bij de Zwolse kunstscene versterkt. Haar gedichten weerspiegelen een liefde voor de stad en een scherp inzicht in de thema’s die Zwolle bezighouden, zoals te zien in haar bijdrage aan bijvoorbeeld het Hanzejaar en evenementen zoals Zwolle Pride.
Ook schreef ze voor de uitreiking van de Edison Jazz & Klassiek awards gedichten over de winnaars
Een ander aspect van Bauke is schrijven over natuurkunde / bètawetenschap. Meestal
persberichten of nieuwsberichten in opdracht. Soms komen die harde
bètawetenschappelijke onderwerpen ook terecht in een gedicht. (oa TRILLING)
hier gedicht

Kijk verder op haar website www.baukevermaas.nl voor meer
Afbeelding
Afbeelding
Woorden voor Zwolle. Geschreven bij het aantreden als stadsdichter in 2023
Afbeelding
HOE EEN STAD  Geschreven in het kader van het Hanzejaar,beschrijft dit gedicht de historische route en culturele rijkdom van de Hanze. Het gaat in op thema's van handel, geschiedenis en de bewegingen van de stad door de tijd heen.

Bloem over de grens

Deze maand aandacht voor een uitgave van een boekwerkje uit 1958, getiteld 'Persoonlijke voorkeur van J.C. Bloem', uitgegeven door Bert Bakker / Daamen.
De ondertitel van 't door Bloem samengestelde werk is 'Gedichten uit de letterkunde van vier landen met kort commentaar.' Naast Nederlandstalige dichters betreft het collega's uit Engeland, Duitsland en Frankrijk.
De lange stoet van landgenoten omvat een bonte verzameling: Van Vondel tot Hooft en van Hélène Swarth, via Gorter, Leopold, Boutens, Slauerhoff en Marsman tot [Henriëtte) Roland Holst.


Maar eerst een overweging van Bloem: ''Ik heb een bloemlezing willen maken, die in geen enkel opzicht rekening hield met literair – historische overwegingen, maar alleen uitgaande  – niet eens  van algemeen esthetische maatstaven (gesteld dat die bestaan, hetgeen mij op zijn vriendelijkst gesteld buitengewoon twijfelachtig lijkt) – maar alleen van deze vraag: Wat zijn nu de gedichten uit de (helaas slechts vier) literaturen, wier taal ik min of meer beheers, die ik boven alles bewonder.

Tijd om over de grens te gaan. Deze maand naar Engeland. Het voert te ver om ze allemaal te noemen, ook hier maar weer een korte [indrukwekkende] samenvatting: Shakespeare, Milton, Blake, Wordsworth,  Coleridge, Shelley, Hardy en natuurlijk Yeats
Van de Engelse dichters zijn ruim dertig gedichten opgenomen. De keuze is gevallen op een gedicht van Alfred Edward Housman (1859-1936):

The night is freezing fast
to-morrow comes December
and winterfalls of old
are with me from the past;
and chiefly I remember
how Dick would hate the cold.                         
Fall, winter, fall; for he
prompt hand and headpiece clever,
has woven a winter robe
and made of earth and sea
his overcoat for ever
and wears the turning globe.
 
Afbeelding
Alfred Edward Houseman, bron: Wikipedia
''Housman is met Hardy één van mijn lievelingsdichters. Ik zie wel in, dat hij van hen (de derde is Leopardi) de minste is. De omvang van zijn werk is niet alleen geringer in hoeveelheid, maar ook het gebied is veel kleiner. Maar op dat gebied is hij een meester. De werkelijkheid van het leven, ontdaan van troostrijke, maar onwerkelijke wensdromen, heeft hij op een zo volmaakte wijze uitgesproken, dat men zicht telkens weer afvraagt: is hij toch eigenlijk niet een groot dichter?”


Housman dicht in een stijl die Bloem duidelijk aanspreekt – met een minimum aan woorden weet hij een intense sfeer over te brengen.
Twee vertalingen uit 2017 van 'The night is freezing fast', opgenomen in 'The last poems' drukken we graag hier af :

Het vriest al hard vannacht,                          Het vriest al hard vannacht
en morgen komt december,                          De maand december nadert
en winters heel verlaten                                Door winter als vanouds
van vroeger staan mij bij;                              Heb ik aan Dick gedacht
nu ik mij goed herinner,                                 Hoe hij het zou ervaren
hoe Dick die koude haatte.                           Want oh hij haatte kou

Kom winter, kom, want hij                              Maak, winter, uw rentree
heel slim en heel bekwaam,                          Hij weefde slim, bedreven
heeft een winterkleed geweven,                    Een mantel, niet van wol
gemaakt van aarde en zee;                           Van aarde en van zee
zijn jas voor eeuwig aan,                               Geschikt voor eeuwig leven
draagt hij nu aarde en leven.                         Hij draagt de wereldbol

    – Geert Nijland   2017  -                                  – Ans Bouter  2017 -
 

Hoe vergaat het de oud-genomineerden?

Aanvulling en rectificatie

Aandacht voor dichters die in de loop van de ruim 20 jaar van de J.C. Bloem-poëzieprijs genomineerd waren. Hoe gaat het met hen, wat hebben ze gepubliceerd?
In deze aflevering aandacht voor Lans Stroeve. Zij was in 2015 genomineerd met de bundel 'Olympisch zwemmer'
Lans Stroeve. Foto Marijn de Jong
Afbeelding
Lans Stroeve, (1961 Eindhoven) dichter en kunstenaar die woont en werkt in Rotterdam. Ze volgde een opleiding aan de kunstacademie en studeerde korte tijd geschiedenis en filosofie.

Haar literaire carrière begon met het in eigen beheer uitgeven van drie boekjes met prozagedichten: "Klein Water Boek", "Goudverf" en "Dialoogbox macro". In 2007 debuteerde ze officieel bij Uitgeverij De Arbeiderspers met de bundel "Leerling in de tijd". Haar tweede bundel, "Olympisch zwemmer", verscheen in 2015 en werd genomineerd voor de J.C. Bloem-Poëzieprijs.

In oktober 2023 bracht Stroeve haar derde bundel uit, getiteld "Sterkteleer". Deze bundel onderzoekt de voorwaarden waaraan constructies moeten voldoen om niet te bezwijken, en fungeert als metafoor voor de menselijke veerkracht in het leven.

Haar poëzie wordt gekenmerkt door een diepgaande reflectie op het menselijk bestaan, waarbij ze thema's als kwetsbaarheid, veerkracht en de relatie tussen lichaam en geest verkent. In "Sterkteleer" gebruikt ze termen uit de toegepaste mechanica als metaforen om de menselijke conditie te beschrijven.
Naast haar poëzie heeft Stroeve bijgedragen aan bloemlezingen en literaire tijdschriften zoals Tortuca, Poëziekrant, Awater en Liter. Ze publiceerde ook bibliofiele werken bij Uitgeverij Vleugels.

Stroeve maakt deel uit van de Rotterdamse afdeling van Stichting De Eenzame Uitvaart, bekend als de 'Poule des Doods'. Deze groep dichters schrijft en draagt gedichten voor tijdens uitvaarten van overledenen zonder nabestaanden.

Op de website van deze stichting zijn vele gedichten te vinden van een grote schare dichters.
In het novembernummer van Bloembericht is per abuis de Amsterdamse Stichting de Eenzame Uitvaart vermeld.

Dit is de juiste verbintenis tussen Lans Stroeve en de Rotterdamse Stichting de Eenzame Uitvaart.
Klik HIER voor de website


Een gedicht van Lans Stroeve:

Lanehah Anhapere 1954-2024
Zeventig lentes en een stukje van deze herfst in Zuid Holland.
Geen zuster maar een nog niet ontmoette vriendin misschien.
Bij een halte, een etalage, een tafel achterin, misschien een scheef
lachje, een blik of een zwaai. Dat had gekund. Dan was het wellicht
Lane, Laantje, La, of hoe noem je een buizerd met het hart van een duifje.
Hoe herken je tijdens de rui, het verlies van de veren, de vroegere kleuren.
Liep in het bos op zoek naar woorden voor jou en vond een veertje,
een grijs donsveertje. Wonderlijk zacht tussen het natte blad. Te klein
om mee te schrijven maar genoeg voor iemand die niet veel loslaat.
Die een roofvogel kiest als avatar maar het hart heeft van een duifje.
Wie denkt dat alleen mooi weer geluk is heeft nooit in de regen gedanst.
Jij hield van de regen. Maar ook een paraplu kan een kamertje zijn,
een bewegend verborgen zijn. Als je houdt van de regen dan is de herfst
een goede tijd om te gaan. Je dood kwam als een kalme gedaante toen
zij verscheen in de gestalte van een stoel waarop je ging zitten, uitgeteld
van al je dagen. Als een vogel op een uitkijkpost. Misschien in een deken
gehuld als een indiaanse in slaap. Om heel diep uit te blazen en voortaan
stil te blijven. Althans, zo stellen wij het ons voor.

Lanehah Anhapere, met je naam als een zucht.
We wensen je die zachtheid van het stil vervliegen.
En wuiven je tussen de duiven uit.

voor meer informatie over Lans Stroeve:
haar website
de website van de stichting eenzame uitvaart Rotterdam 


 

Hoe vergaat het de oud-genomineerden?

Aandacht voor dichters die in de loop van de ruim 20 jaar van de J.C. Bloem-poëzieprijs genomineerd waren. Hoe gaat het met hen, wat hebben ze gepubliceerd?
In deze aflevering aandacht voor Marwin Vos. Zij was in 2015 genomineerd met de bundel 'Oorlogspaarden tot in de buitenwijken'
Marwin Vos
Afbeelding
Marwin Vos (1962), een van de meest intrigerende stemmen in de hedendaagse Nederlandse poëzie, combineert beeldende kunst en taal in haar werk. Ze woont en werkt in Amsterdam.
Ze debuteerde in 2006 met ‘Zij is niet vast, zij is veranderbaar’. Haar werk onderzoekt identiteit, vergankelijkheid en transformatie. In 2015 bracht ze ‘Oorlogspaarden tot in de buitenwijken’ uit, een bundel die meteen werd genomineerd voor de J.C. Bloemprijs. Haar gedichten worden geprezen om hun diepgang en hun vermogen om het persoonlijke met het politieke te verweven.

Bekroonde Bundels
In 2019 publiceerde ze ‘Het leven van sterren’, een bundel die op de shortlist belandde van zowel De Grote Poëzieprijs als de Herman de Coninckprijs. Haar meest recente werk, ‘Wilde dood’ (2023), werd bekroond met De Grote Poëzieprijs. In deze bundel onderzoekt ze thema’s als verlies, vernietiging en rouw vanuit een politiek en ecologisch perspectief.

Poëzie en Kunst Hand in Hand
Marwin Vos onderscheidt zich niet alleen als dichter, maar ook als beeldend kunstenaar. Haar multidisciplinaire aanpak biedt een unieke dimensie aan haar werk. Door taal en beeld samen te brengen, creëert ze een krachtige dialoog die lezers en kijkers uitnodigt om de wereld op een nieuwe manier te benaderen.

Afbeelding

Afbeelding
Uit de pers over "Wilde dood"

De bundel verkent diepgaande thema's zoals verlies, vernietiging en rouw, zowel op persoonlijk als maatschappelijk niveau. Vos adresseert de pijn en het verdriet van ingrijpend verlies en stelt vragen over de betekenis van rouw, de tijd die ervoor beschikbaar is, en wiens dood wordt herinnerd of vergeten.
Bron: HET BALANSEER

In "Wilde dood" schetst Vos de vernietiging van leefomgevingen en geschiedenissen, evenals het uitsterven van dieren en andere levensvormen. Ze weigert de veronachtzaming en reductie van onze pijn te accepteren en onderzoekt wat het betekent om te willen sterven en hoe men zich als nabestaande tot zelfmoord verhoudt.
Bron: POËZIEKRANT

De bundel werd bekroond met De Grote Poëzieprijs 2023. De jury prees "Wilde dood" als een verrijkende bundel die aantoont dat een universeel en ogenschijnlijk persoonlijk thema tentakels uitslaat naar cultuur en politiek, en naar hedendaagse debatten over zorg, vluchtelingen en milieu.
Bron: STANDAARD

Critici merken op dat de poëzie in deze bundel veel aandacht vereist en dat Vos' werk ingewikkelde poëzie is voor scherpe lezers die geboeid zijn door het verband tussen rouw en taal.
Bron: MEANDER MAGAZINE

"Wilde dood" is een bundel die uitnodigt tot geduldige lezing en herlezing, en die de lezer aanspoort om te stoeien met betekenis. Het is een werk dat niet alleen het persoonlijke verlies onderzoekt, maar ook de bredere maatschappelijke en ecologische implicaties daarvan.
Bron: TZUM

Het Bloemgedicht van de maand

Het slotgedicht  van de bundel Het Verlangen (1921) staat deze laatste maand van het jaar 2024 centraal :

Scheveningen: mistige wintermiddag

Doodstille decemberdag,
nevel en stilte alom.
Geen enkel geluid maakt gewag
van een wereld van schijn en schal.

Landwaarts is het kil, maar de kust
is zoel als een najaarsnoen,
betogen door een rust
als van een eeuwig seizoen.

Na de ijdele praal van feest
schijnt het wanstaltig vertoon
van bouwsels en plompe geest                                  fo
verheven en bijna schoon.

De zwarte brug in de zee
reikt naar de wolkende gloor
van een zon, die niet blonk, en verglee'
in de zilveren mist te loor.

Wat vissers langs 't eenzaam strand
en kinderen, spelend op straat –
en de golven, spoelend aan land,
het geruis dat hen nooit verlaat.

O meisje, o jonge bruid,
uw lippen zijn warm en rood,
het leven dat niemand stuit,
bloeit eens uit uw wachtende schoot;
gij lacht, en uw stap klinkt luid –
maar het eind van dit al is de dood.


Voor het eerst gepubliceerd in De Gids van september 1920.
Een mooie sfeertekening van Scheveningen.
Het Verlangen is de eerste bundel. Bloem was in vergelijking met bijvoorbeeld Greshof en Adriaan Roland Holst betrekkelijk laat bij zijn debuut [35 jaar].
Maar al in 1910 schrijft Bloem aan Van Dishoeck:''Ik zou gaarne het volgend jaar (Herfst) mijne verzen eens uitgeven en zou u in verband hiermee gaarne eens willen spreken''. Hij stelt de uitgever voor zelf navraag te willen doen bij boekhandelaren In zijn woonplaats Amersfoort en in Utrecht, waar hij rechten studeert.
Doel is om te polsen hoeveel bundels men bereid is af te nemen, zodat de uitgever kan uitrekenen of de kosten van het drukken grotendeels gedekt kunnen worden.
Het komt er niet van in 1910.
Uiteindelijk zal het tot 1921 duren voor Het Verlangen het levenslicht zal zien.
Aanvankelijk zou de bundel Gensters als titel krijgen. Het is een verouderd Vlaams woord voor vonk. Het komt voor in een gedicht Van Jan van Nijlen : een laatste genster van 't roemloos vuur.
Bloem zou als ondertitel hebben gekozen voor 'deze gensters uit den dagelijkschen brand des levens'.
Van Eyck stelt voor de bundel Vonken te noemen.
Later bedenkt Bloem  De vlam des levens en Gestalten' om uiteindelijk in 1916 bij Het Verlangen uit te komen.

foto door Jeroen Maas, unsplash
Afbeelding

Drie maanden Bloembericht op proef

Wilt u dit Bloembericht naar vijf bekenden, contacten, relaties, in poëzie-geïnteresseerden doorsturen? Geweldig!

Wie interesse heeft meldt zich via email.  info@jcbloemstichting.nl  eenvoudig aan voor een proefperiode als vriend en ontvangt dan 3 maanden Bloembericht.

Vriend bent u al vanaf € 20,-- per jaar.

U bent dan verzekerd van de toezending van Bloembericht.

Laat u ons weten wat u van Bloembericht vindt?

We zijn benieuwd wat u van de nieuwsbrief vindt. Laat u het ons weten?

Bloembericht verschijnt elke eerste woensdag van de maand, exclusief voor de vrienden van de Stichting Mr. J.C. Bloem-Poëzieprijs. Afmelden kan met de link onderaan deze nieuwsbrief.