Curriculum.nuOp 7 mei hebben de ontwikkelteams van Curriculum.nu de visie op het vakgebied, de grote opdrachten van het vakgebied en de bouwstenen voor het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs opgeleverd. Daarnaast heeft het ontwikkelteam ook aanbevelingen gedaan voor een vervolgtraject waarin bouwstenen voor de bovenbouw ontwikkeld moeten worden.
De NVvW heeft op 15 mei een bijeenkomst met leden georganiseerd waarbij over verschillende aspecten van de documenten is gediscussieerd. Er waren kritische geluiden over het proces, over de tijdsdruk waaronder de documenten geschreven moesten worden en over de visie en de grote opdrachten. Er werd ook waardering uitgesproken over het werk van het ontwikkelteam en de inzet en het enthousiasme waarmee de leden van het ontwikkelteam aan de gang gegaan zijn. Het bestuur van de NVvW beraadt zich nog over een definitieve reactie, maar aan de volgende aspecten hechten we veel belang:
- de bouwstenen zijn nog niet opgesplitst naar vmbo-basis, -kader, gl/tl, havo en vwo, dit moet wel gebeuren
- wiskundige werk- en denkwijzen moeten een centrale plek innemen
- in een vervolgtraject moeten de teams uitgebreid worden met andere disciplines, zoals vakdidactici, onderwijskundigen, wetenschappers en docenten van de vervolgopleidingen
- er moet meer samenhang tussen wiskunde en andere vakken beschreven worden, deze samenhang moet actief gezocht worden
- door het formuleren van bouwstenen voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs kan het zijn dat de bouwstenen voor de onderbouw aangepast moeten worden, dit moet een iteratief proces worden
70%-30%Een ander aspect dat ons grote zorgen baart is de 70% waar het project Curriculum.nu van uit gaat. In de opdracht aan de ontwikkelteams staat dat de ontwikkelteams bouwstenen voor een kerncurriculum moeten ontwikkelen. Dit kerncurriculum moet 70% van het curriculum beslaan. De overige 30% mogen scholen en leraren zelf invullen. Op onze vraag of het dan mogelijk is om die 30% aan een heel ander vak te besteden dan wiskunde, lijkt het antwoord te zijn dat dit mogelijk is. Dit is volgens ons zeer onwenselijk. Ons inziens is er onderzoek nodig waarbij gekeken wordt hoeveel tijd in ieder vak gestoken moet worden. Waar hebben leerlingen, vervolgonderwijs en de maatschappij behoefte aan. Die vraag ligt nog onbeantwoord op tafel en voordat deze vraag beantwoord is, kun je volgens ons niet bepalen welk vak met 30% minder tijd voldoende onderwezen wordt.
Mocht je nog willen reageren of het bestuur van input willen voorzien, stuur dan een mail naar
hoofdbureau@nvvw.nl
RekenenOp 27 mei heeft de NVvW samen met PReVO en de VO-raad bij OCW overleg gevoerd over rekenonderwijs.
Uitgangspunt van dit overleg was het
Nieuw perspectief op rekenen in het vo, dat de NVvW samen met OCW vorig jaar geschreven heeft. De Tweede Kamer heeft er bij de minister op aangedrongen dit Nieuw perspectief snel in te voeren en daarbij is het van belang om met alle partijen af te stemmen wat dit precies betekent.
Het belangrijkste punt uit het rapport is dat rekenen vooral in de onderbouw van het vo bij het vak wiskunde moet gebeuren. In de bovenbouw moeten de rekenvaardigheden worden onderhouden (havo en vwo) of uitgebreid (vmbo).
De rekentoets is weliswaar afgeschaft maar goed rekenonderwijs blijft natuurlijk belangrijk!
Vragen die tijdens het overleg aan bod kwamen waren:
- hoe kunnen we de rekenvaardigheden van de leerlingen die geen wiskunde in de bovenbouw hebben, onderhouden en/of uitbreiden?
- hoe kunnen we voor deze leerlingen het rekenonderwijs afsluiten?
Veel scholen hebben hun rekenonderwijs nu goed georganiseerd, die hoeven uiteraard niets te veranderen. Nu de rekentoets is afgeschaft, zien vervolgopleidingen niet meteen meer wat het rekenniveau van de leerlingen is. Leerlingen die in de bovenbouw wiskunde hebben, tonen hun rekenvaardigheid bij het wiskunde-examen aan. Voor de leerlingen zonder wiskunde in het eindexamen zal de school een rekencijfer moeten genereren. Dit cijfer is vooral voor de mbo's van belang, om te weten wat het instroomniveau van de leerlingen is.
Wij hebben het ministerie gevraagd om scholen hiervoor handreikingen te geven en good practices te laten beschrijven, zodat scholen kunnen zien hoe ze dit kunnen organiseren.
Daarnaast hebben we de VO-raad gevraagd om bij hun leden, de schooldirecties, aan te dringen op het mogelijk (blijven) maken van goed rekenonderwijs. Het rekenonderwijs mag natuurlijk niet wegbezuinigd worden, alleen maar omdat er geen centrale rekentoets meer is!
In het komende schooljaar hoeft er nog geen PTA voor rekenen gemaakt te worden. De regelgeving hierover is namelijk nog niet helemaal rond. In het schooljaar 2020-2021 zullen scholen wel een PTA rekenen moeten maken, waarin beschreven wordt hoe het rekenonderwijs aan leerlingen zonder wiskunde wordt afgesloten.
Ons advies voor komend schooljaar is dan ook om dit jaar goed te gebruiken om je als wiskundeleraren en schooldirectie te oriënteren op wat gaat komen. Blijf aandacht aan het rekenen besteden!