Dit zou betekenen dat als wolven met zwarte jassen meer kans hebben om de ziekte te overleven, ze zich zullen voortplanten en hun CPD103-variant doorgeven aan hun welpen.
Dus begon het team met het testen van deze hypothese. Onderzoekers analyseerden twaalf wolvenpopulaties in Noord-Amerika om te zien of de aanwezigheid van antilichamen tegen hondenziekte - een teken dat ze het virus hebben gehad en overleefd - sterk gecorreleerd was met zwarte wolven.
Ze ontdekten dat wolven met de antilichamen inderdaad meer kans hadden op zwarte vacht, vooral bij oudere wolven. Zwarte wolven kwamen ook vaker voor in gebieden waar uitbraken hadden plaatsgevonden.
Vervolgens bestudeerde het team 20 jaar aan wolvenpopulatie-gegevens uit Yellowstone National Park, waar wolven in de jaren negentig opnieuw werden geïntroduceerd.
Daar bestaat de bevolking voor 55 procent uit grijze wolven en voor 45 procent uit zwarte wolven. Van die zwarte wolven had alleen maar 5 procent twee exemplaren van de zwarte vacht CPD103-variant. Dit suggereert dat wolven die partners van de tegenovergestelde kleur kiezen een grotere kans hebben op reproductief succes en dat hun nakomelingen hondenziekte overleven.
Het werkt echter alleen in regio's met uitbraken van hondenziekte. Volgens de wiskundige modellering van het team verdwijnt het concurrentievoordeel van het kiezen van een partner met de tegenovergestelde kleur als hondenziekte geen probleem is.
Het onderzoek geeft niet alleen een fascinerende reden voor de grotere aanwezigheid van zwarte wolven in sommige gebieden, maar biedt ook een hulpmiddel voor het bestuderen van historische uitbraken van hondenziekte, evenals ziekteresistentie.
Het team merkt op dat hun resultaten waarschijnlijk van toepassing zijn op een breed scala aan soorten. Bij een breed scala aan insecten, zoogdieren, amfibieën, reptielen en vogels kan kleurvariatie in verband worden gebracht met ziekteresistentie; deze kleur kan dienen als een signaal om dieren te helpen partners te kiezen die hun nakomelingen een overlevingsvoordeel zullen geven.
"Wanneer kleuring genetisch bepaald is en ziekteresistentie erfelijk is en wordt geassocieerd met kleuring, zal een voorkeur voor een partner van een specifieke kleur de conditie verbeteren door de kansen op het produceren van resistente nakomelingen te maximaliseren in omgevingen met frequente en virulente genoeg ziekteverwekkers", schrijven de onderzoekers in hun onderzoek.
"Het is mogelijk dat we de rol van ziekteverwekkers bij het genereren van de diversiteit aan morfologische en gedragskenmerken die in de natuur worden waargenomen, aanzienlijk hebben onderschat." Is dat geen intrigerende gedachte?
Het onderzoek is gepubliceerd in Science.