Wat is Surplus killing (overtollig doden)?
Wanneer het verkrijgen van voedsel een kwestie van leven en dood kan zijn en een nodig middel om een groot gezin te onderhouden, is het logisch dat wolven, net als andere roofdieren, soms profiteren van een gemakkelijke kans wanneer die zich voordoet. Daardoor zullen wolven en vele andere roofdieren af en toe meer doden dan ze onmiddellijk kunnen consumeren. Dit fenomeen staat bekend als surplus killing of overdoding.
Voor wolven vinden de zeldzame gevallen van overtollig doden van wilde prooien soms plaats in de late maanden van de winter, maar alleen in omstandigheden waarin de diepe sneeuw van een uitzonderlijk zware of late winter de kracht en mobiliteit van hun prooi heeft uitgeput. Onder deze omstandigheden doden wolven soms meer dan ze onmiddellijk kunnen eten.
Waarom dan wel surplus killing bij (gedomesticeerde) schapen/geiten?
Wanneer er een overschot aan doding plaatsvindt bij gedomesticeerde schapen, gebeurt er iets heel anders (onnatuurlijk). Er is een grote verscheidenheid aan roofdieren gevonden die gedomesticeerde schapen te veel doden, waaronder wilde katachtigen, beren en gedomesticeerde honden. Niet alleen hebben schapen geen natuurlijke afweer, maar hun instincten dienen hen vaak ook niet goed. In plaats van te vluchten, zoals wilde prooien zouden doen, hebben schapen de neiging om in cirkels te rennen, een reactie die wordt geleerd door te worden gedreven door werkhonden. Deze chaos kan een reactie bij roofdieren veroorzaken die kan leiden tot meerdere moorden.
Voedsel gaat niet verloren
Een andere misvatting over het zeldzame voorkomen van overschotdoding is dat de karkassen worden achtergelaten en het voedsel wordt verspild. Wanneer ze grote hoeveelheden voedsel krijgen, worden wolven en andere roofdieren beperkt door de capaciteit van hun magen. Wolven zullen echter nog weken of maanden naar het voedsel terugkeren.