Jagen is geen puur instinct
Biologen werken al lang met het basisidee dat roofdieren puur instinctief handelen – dat hun gedrag is geërfd en in hun DNA is geprogrammeerd. Kortom, roofdieren zijn gewapend met scherpe klauwen en dodelijke tanden en zijn geboren om op een bepaalde manier te jagen.
Volgens de traditionele uitleg doen dieren weliswaar ervaring op tijdens hun leven en observeren en imiteren ze soms soortgenoten, maar instinct en genen bepalen vooral hoe ze zich gedragen.
Dit verhaal wordt nu steeds meer in twijfel getrokken, omdat we steeds meer gevallen zien waarbij het instinct en de reflexen van de dieren slechts een deel van hun gedrag bepalen, terwijl training door ervaren groepsleden cruciaal is voor het succes van het roofdier.
Het idee dat dieren afhankelijk zijn van onderwijs om te kunnen overleven – dat lang als enigszins obscuur werd beschouwd onder wetenschappers – wint dus terrein.
Dieren differentiëren onderwijs
Recent onderzoek toont aan dat veel roofdieren in kuddes zeer goed ontwikkelde mentale vaardigheden hebben, zo goed zelfs dat ze onderwijs kunnen geven en ontvangen – in zo’n gespecialiseerde mate nog wel dat een kudde na verloop van tijd zijn eigen specifieke gedrag kan creëren dat verschilt van dat van andere kuddes van dezelfde soort. Een voorbeeld hiervan zijn orka’s, die jachttechnieken aanleren afhankelijk van waar hun school zich bevindt en welke prooidieren er zijn.
De inspiratie voor het leren komt van een voortdurende race met prooidieren, die steeds iets verzinnen op de nieuwste technieken van de roofdieren.
‘Roofdierenscholen’ komen voor bij zeedieren en landdieren. De bultrug heeft bijvoorbeeld in de loop van de generaties een staartslagtechniek ontwikkeld die helpt vissen te vangen, en stokstaartjes in Afrika, die schorpioenen eten, leren hun jongen hoe ze die kunnen ontgiften.
Dieren gaan naar de jachtschool
Kudderoofdieren leren belangrijke jachtstrategieën van oudere, ervaren soortgenoten. Een paar dieren kunnen een nieuwe techniek generaties lang verspreiden, wat een enorme impact kan hebben op de interacties tussen roofdier en prooi.
Het roofdieronderwijs wordt zelfs gedifferentieerd, net zoals menselijke leerkrachten verschillende benaderingen gebruiken voor verschillende leerlingen. In een onderzoek uit 2011 verbazen de wetenschappers zich bijvoorbeeld over volwassen gouden leeuwaapjes die de meeste tijd lijken te besteden aan het lesgeven aan de traagst lerende jongen.
De volwassen apen onderwezen hun jongen door speciale geluiden te maken waarmee ze bijvoorbeeld hagedissen, kikkers en insecten kunnen opsporen, waar ze dan zelf op kunnen jagen.
Later toonde een studie uit 2018 van een ander team aan dat zulke geluiden een zeer effectieve leermethode vormen.
In het experiment bonden de onderzoekers een bruine plastic doos vol met bananenschijfjes aan een boom. Door de opening konden de apen deze pakken. Het team had vier jonge tamarins de roep van volwassen apen laten horen en ging na hoe goed de jongen deze konden ontcijferen in vergelijking met drie jonge apen die de roep niet hadden gehoord.
De jongen die de roep wel gehoord hadden, staken hun handen veel sneller en vaker in de doos dan de jongen die de roep niet hadden gehoord.
Maar de roofdierenschool kan ook gevaarlijk zijn. Orka’s leren hun jongen om zich met opzet te laten stranden om op zeeleeuwen te jagen, maar deze jachttechniek brengt altijd het risico met zich mee dat een orka gestrand blijft en het niet overleeft.
Oude orka’s doen wel hun best om de leerlingen door de oefening te helpen.
Het onderwijs gaat niet alleen over de roep en technieken van soortgenoten; sommige dieren leren ook van andere soorten – zelfs van mensen.
Zo hebben onderzoekers gezien dat honingspeurders, die mensen naar bijenkorven kunnen leiden, de stemmen van lokale mensen kunnen leren. Een studie toont aan dat ze meer op bekende dan op onbekende stemmen reageren.
Het vermogen van dieren om gedrag aan te leren is van bijzonder belang voor biologen omdat de ‘roofdierenscholen’ een grote invloed hebben op de ecosystemen. Als roofdieren nieuwe jachttrucs leren, heeft dat invloed op prooien, het plantenleven en de interacties met mensen.