“Een schip dat eens in de veertig jaar over de Westerschelde vaart. En je bent aan boord of niet. Zo noemden we de bouw van het nieuwe Lodewijk College recent in een overleg. Gebouwen zet je meestal neer voor veertig jaar, onderwijsgebouwen moeten vaak nog langer door. Je moet bij het ontwerpen van een nieuw gebouw dus al ver vooruit denken hoe het onderwijs zich gaat ontwikkelen. Want iedereen weet hoe lastig het is om ruimtes uit te breiden of te veranderen als je er eenmaal in zit. Daarom zijn wij blij om deel uit te maken van de ontwikkeling van Campus Terneuzen.
Nieuwe huisvesting is voor leerlingen en medewerkers van het Lodewijk College nodig en dat zien we. Hoewel onze Ozeo-medewerkers en leerlingen in Terneuzen in vergelijkbare situaties werken. Ook wij willen graag naar een nieuwe, gezamenlijke huisvesting. Met Campus Terneuzen zien we kansen voor onze leerlingen van De Argo, De Sprong en De Wingerd. De ondersteuningstrajectklassen van het Lodewijk College en De Argo laten zien hoe leerlingen profiteren als regulier en speciaal onderwijs samen in één gebouw werken. Ook voor andere leerlingen zien we kansen, zo likken we onze vingers af bij alle praktijkvoorzieningen die het vmbo heeft en waarvan wij alleen maar kunnen dromen. Ozeo-scholen hebben kleinschalige voorzieningen, waarvan de inrichting een flink deel van ons budget vraagt.
De grote afstand tussen de scholen nu maakt dat je óf op het reguliere onderwijs zit óf op het specialistisch onderwijs. Dicht bij elkaar op één terrein en gebruikmaken van elkaars voorzieningen en expertise biedt veel kansen voor leerlingen. Want waar onderwijsmensen elkaar treffen zie je vaak samenwerking ontstaan. Hoe de campus eruit gaat zien en wanneer deze gerealiseerd zal zijn, is nog een vraag. Maar wij hebben er vertrouwen in dat we er met elkaar iets moois en bijzonders van gaan maken, waar we ook echt veertig jaar mee vooruit kunnen.”