Nieuwsbrief nr 7

Werkgroep Wolf Nederland

September 2022

Beste ,

Hierbij weer een gloednieuwe nieuwsbrief met informatie over de (Werkgroep) Wolf. 

We wensen je uiteraard weer veel leesplezier bij deze editie.
Vorige editie gemist? Kijk in ons archief op de website. 

Wil je in contact komen met de redactie van de nieuwsbrief? Wij zijn te bereiken op: nieuwsbrief@werkgroepwolf.nl

In deze nieuwsbrief onder andere:

  • Première WOLF
  • Interactieve kaart leefgebied
  • Hulp en advies
  • Rendez-vousplek De peuterspeelzaal voor welpen
  • Welpen geboren: De 3e en 4e roedel zijn een feit.
  • Column Irene van Eijk
  • Door het oog van...

 

 

  • Welkom Bradley
  • Welkom Lois
  • Wat ging vooraf aan de terugkeer van de Wolf in Nederland
  • Werkgroep Wolf in de media
  • Wolvenverhalen rond het kampvuur
  • Agenda
 

Première Film Wolf

Op maandag 12 september gaat de film WOLF eindelijk in première. Dit gebeurt in Pathé Ede. 
Wolf is een familiefilm die een unieke inkijk geeft in het leven van dit roofdier, dat sinds enige jaren weer terug is in onze natuurgebieden.

 

Filmmaker Cees van Kempen spendeerde ruim 4 jaar aan de film en begon al in 2017 met de opnames. Dat was nog ruim voordat de eerste wolf zicht definitief vestigde in Nederland. 
Voor het maken van de film/documentaire zat Cees van Kempen honderden dagen in camouflagekleding in het bos. Zo kon hij heel dicht bij de wolven in de buurt komen.
De film geeft dan ook een unieke inkijk in het leven van de wolf.

 

Van Kempen en zijn team volgden vanuit het oosten van Duitsland het spoor van een jonge wolf die zich later vestigt op de Veluwe. Het werd een meerjarig project: "Ik heb wel 600 volle dagen 24/7 in de film zitten.", aldus van Kempen

"Het filmen van een wolf op jacht was moeilijk. Eigenlijk was alles moeilijk. Het was letterlijk naar sporen zoeken. Op veel plekken wildcamera's ophangen, bewegingen van wolven waarnemen en op basis daarvan je plan trekken. Op strategische plekken zitten. 


Teleurstellingen waren eerder regel dan uitzondering. Als je 15 tot 20 dagen in het veld zit, heb je slechts een keer prijs. Maar er zaten ook weken tussen dat we helemaal geen wolf heb gezien."

Cees werkte gelukkig niet alleen aan de beelden. Bij het vastleggen van de wolven kreeg hij ook hulp van andere cameramensen en maakte hij gebruik van diverse cameravallen.

 

Van Kempen werkte overigens aan een 3-delige Tv-serie over de terugkeer van de torenvalk, ijsvogel en de bever voordat hij zich op dit project stortte. Een bevriende Ecoloog wees hem er op dat er een veel groter dier terug zou keren in Nederland; de wolf, en dat hij daar een film over moest gaan maken.
Dat was natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. Wolven zijn schuw, die laten zich niet zomaar filmen.

Van Kempen is een natuurfilmer maar wist helemaal niets van wolven. Zijn kennis deed hij op tijdens het 4 jaar durende proces. "Eerst moest ik ze zien te vinden natuurlijk. Door sporen, wildcamera's, engelengeduld en het zoeken naar strategische plekken kwam ik ze op het spoor. En dan nog zag ik soms wéken geen wolf voor ik 'beet' had. Na al die jaren filmen - honderden dagen zat ik in het bos - weet ik dat de wolf alles is behalve dat enge beest uit sprookjes. Het is een heel sociaal dier met een opvallende gelijkenis met onze honden thuis. Ze zijn niet voor niets familie van elkaar."

 

De voice-over van deze film is ingesproken door Matthijs van Nieuwkerk. Matthijs van Nieuwkerk was direct verkocht toen producenten Sander Emmering en Cees van Kempen (tevens regie) hem benaderden en fragmenten van de film lieten zien. Matthijs: ”Het is geweldig om te zien hoe de makers erin geslaagd zijn ons in het hart van de familie Wolf uit te nodigen. Zoiets inspreken deed ik nog niet eerder, dus ik ben nogal met m’n neus in de boter gevallen. Het was me een eer en vooral een groot plezier.”

 

De film is inmiddels ook al genomineerd tijdens het Wildlife Film Festival Rotterdam: voor 'Best Film' én de 'Animal Behaviour Award'!!!. De uitslag hiervan wordt 8 oktober bekend gemaakt.

 

Vanaf 15 september kan heel Nederland dus genieten van het eindresultaat: Wolf.

Kijk hier alvast de trailer :  Trailer film Wolf

Interactieve kaart leefgebied Wolf opgenomen op de website

We hebben sinds kort een interactieve kaart op de website opgenomen met het leefgebied van de wolf.

 

Op de kaart vind je diverse "afbeeldingen" waar je met de muis over heen kunt gaan waarna er informatie verschijnt over het betreffende icoon.

Op deze manier kun je op een makkelijke manier informatie krijgen over de leefomgeving van de wolf en is op deze manier geschikt voor bijvoorbeeld het onderwijs om e.e.a. over de wolf te weten te komen.

 
In deze versie van de kaart krijg je informatie wanneer je met je muis over de locatie gaat. In de toekomst wordt de kaart mogelijk uitgebreid met extra informatie en mogelijkheden.


De interactieve kaart werkt alleen goed op de PC. 

Hulp en advies voor het plaatsen van wolf-werende omheining

Hulp en advies voor het plaatsen van wolf-werende omheining

Op de website van de Werkgroep Wolf Nederland is een handig overzicht opgenomen met wie u contact kunt opnemen voor hulp en advies bij het plaatsen van een wolf-werende omheining. 

https://werkgroepwolf.nl/hulp-en-advies/

 

Daarnaast is er voor gemeentes ook een extra informatiepagina opgenomen die zij mogelijk kunnen gebruiken bij de informatieverstrekking naar hun burgers. Deze is te vinden op: https://werkgroepwolf.nl/module-wolf-in-de-gemeente/

Rendez-vousplekken: de peuterspeelzaal voor welpen

Rendez-vous betekend in het Frans niet meer dan 'afspraak', en dit is precies wat het is. Een plek waar jonge wolven worden achtergelaten door de ouders en waar ze later dus weer 'afspreken'. Wanneer de jongen nog klein zijn is deze rendez-vous plek dichtbij het werphol en naarmate de welpen ouder worden verplaatsen de ouders de jongen over een steeds grotere afstand van het hol. Rendez-vousplekken kunnen (net zoals het werphol) worden aangetroffen in een grote verscheidenheid aan biotopen. Oud bos, jong bos, open bos, dicht bos, heidevelden, moerassen en zelfs menselijke bebouwing wordt niet geschuwd. Zo had de roedel Barnstorf een rendez-vous in een met hoge hekken omheind complex. Later verkoos deze roedel een maisveld als 'afspreekplek'. Rust en de aanwezigheid van water lijken doorslaggevend te zijn voor de keuze van een rendez-vousplek. 

© Raya Strikwerda & Hans Hasper

© Raya Strikwerda & Hans Hasper

© Raya Strikwerda & Hans Hasper

Omdat de jongen vaak uren alleen worden gelaten, wordt er 'speelgoed' aangesleept door de oudere wolven. Alles wat bruikbaar is als speelgoed wordt aangesleept om de jongen te vermaken. Zo vond ik door de jaren heen in Duitsland flessen, jerrycans, emmers, tuinslangen, laarzen, handschoenen en een telescoophoes. In 2020 lag een rendez-vousplek bezaaid met stukken plastic van kunstmestzakken. 

 

Op de rendez-vousplek van de Drents-Friese roedel vonden we geen (aangebracht) speelgoed maar uit de beelden bleek dat de jongen veel met stokken en ander natuurlijk materiaal speelden. Nu de jongen zo'n 17 weken oud zijn, zijn ze verplaatst naar een andere locatie 750 meter verder dan de vorige rendez-vous. Op deze locatie zijn door de ouders ballonnen aangesleept en aan de vele stukken te zien vermaken de welpen zich hier prima mee. In tegenstelling tot honden vreten wolven dit plastic niet op. 

© Raya Strikwerda & Hans Hasper

© Raya Strikwerda & Hans Hasper

© Raya Strikwerda & Hans Hasper

De grootte van een rendez-vousplek wordt bepaald door het aantal en leeftijd van de welpen. Hoe meer en hoe ouder de welpen, hoe meer speelruimte ze nodig hebben. De oppervlakte kan variëren van een tiental vierkante meters tot meerdere ares. Zo'n peuterspeelzaal is herkenbaar door de veelal platgewalste vegetatie. 
Jonge wolven hebben nog een kleine actieradius. In 2019 begaven de welpen van 12 weken oud van een Duitse roedel zich binnen een gebied van 2 km2. En hoewel de Drents-Friese welpen ouder zijn, lijkt hun leefgebied niet veel groter. 

© Raya Strikwerda & Hans Hasper

© Raya Strikwerda & Hans Hasper

De meeste activiteit op de rendez-vousplaatsen vindt plaats in de vroege ochtend en tegen de avond. Tegen de avond gaan de ouders veelal op jacht en worden de jongen op de speelplaats gedropt. Bij 'onze' Duitse roedels werden de welpen soms vergezeld door één of meerdere jaarlingen. De welpen van het Drents-Friese paar moeten zich alleen redden. Ze hebben immers nog geen oudere broers of zussen. De eerste beelden dat de welpen mee op jacht gaan maken we meestal vanaf eind oktober. De welpen zijn (lijken) dan volwaardige wolven en beginnen ook aan hun verkenningstochten door het gebied. Het 'afspreken' op de rendez-vousplaatsen wordt steeds minder frequent. Persoonlijk ken ik geen rendez-vousplaatsen die meerdere jaren zijn gebruikt. Dit betekent natuurlijk niet dat het niet gebeurt. 
Iedereen die met wolven werkt weet dat er in de 'wolvenwereld' bizar weinig regels zijn en des te meer uitzonderingen.


Hans Hasper
Wolvenmeldpunt


Tekst & foto's: © Raya Strikwerda & Hans Hasper

Welpen geboren: De 3e en 4e roedel zijn een feit.

Goed nieuws in wolvenland. De afgelopen periode zijn er twee roedels bij gekomen in Nederland. Na de langst gevestigde roedel op de Noord-Veluwe, waren er ook al welpen gezien op de Midden-Veluwe. 
Op 1 augustus werd bekend dat er ook 3 welpen zijn geboren bij het paar in Drenthe/Friesland. Op 6 augustus werd de geboorte bekend gemaakt van tenminste 2 welpen op de Zuidwest Veluwe. 

 

Dit laatste nieuws bleek nog opmerkelijker te zijn dan het al was. Het betreft n.l. het wolvenpaar dat zich inmiddels gevestigd had in het Nationaal Park de Hoge Veluwe. 

Het park, dat in iedere berichtgeving liet weten niet blij te zijn met de wolf, heeft er nu dus twee extra wolven bij. Het wachten is op de eerste beelden.

Verstoppertje

Irene van Eijk 

is bereid gevonden om een stukje te schrijven voor deze nieuwsbrief van de Werkgroep Wolf Nederland en zal dit mogelijk in de toekomst vaker gaan doen.
Hieronder kunnen jullie de eerste bijdrage van Irene lezen: Verstoppertje
In het dagelijks leven is ze Creatieve leerkracht | werkgelukdeskundige | Gecertificeerd Vertrouwenspersoon VOO/VI en Veiligheidskundige (HVK).
Daarnaast is ze auteur van de boeken van Wolven krijgen geen burn-out en Time out, hét (ont)spannende wolvenboek en eigenaar SHE-loupe.

 

Verstoppertje
“Mevrouw, heeft u zelf wel eens een wolf in het wild in Nederland gezien?”, vroeg een van de kinderen uit de klas van de basisschool waar ik een wolvenles mocht verzorgen. Ik antwoordde dat ik het wel heel gaaf zou vinden als ik er ooit eentje zou zien, maar dat het niet zo eenvoudig is om een wolf in de natuur te spotten; wolven in het wild laten zich nu eenmaal zelden zien. “ En vindt u dat jammer?” “Nee hoor”, antwoordde ik, “ik hoop juist dat ze zich zo veel mogelijk blijven verstoppen voor mensen.” Ja, dat is ook een leuk spelletje, reageerde het nieuwsgierige jongetje. 

Ik geef hem geen ongelijk. Ik vond het vroeger ook al heerlijk om verstoppertje te spelen, helemaal met wat kleinere kinderen. Als oudste had ik vaak allang door waar de anderen zich verstopt hadden. Ik vroeg me dan hardop af waar iedereen zou zijn en ging dan juist op die plekken kijken waar ze niet zaten. Om het spel te rekken, vermoed ik. 

Sinds de wolf weer in Nederland is gevestigd, speel ik het spelletje regelmatig. Als ik ‘s morgens in alle vroegte richting mijn werk in Lelystad rijd en de weilanden van Amersfoort en Nijkerk passeer, doorzoeken mijn ogen het gebied. Ik scan de velden in de hoop iets in de gedaante van een wolf te treffen. Het maakt het autorijden een stuk aangenamer. Het doet me terugdenken aan de fantastische camperreis en wildsafari’s die ik in Zweden en Canada maakte. Terwijl ik zoek naar wolven, valt mijn oog op een buizerd die net een muis heeft weten te scoren, twee torenvalkjes die elk van een eigen lantaarnpaal naar beneden zitten te staren, een grote groep ooievaars en een hert dat met zijn gewei tegen een jonge berk schuurt. Ja, ik kan wel zeggen dat ik sinds de terugkeer van de wolf meer omgevingsbewust ben geworden. 

 

Al weet ik best waar ik de meeste kans heb wolven te spotten, toch zoek ik die plaatsen bewust niet op. De wetenschap dat ze er zijn, is voor mij voldoende.  Als ik door het bos wandel en er een ree voorbij schiet, hou ik mijn adem in, wat als er nu eens een wolf achteraan komt? Een boswandeling is al een poosje geen gewone wandeling in het bos meer. 

 

Tot nu toe heeft de wolf het spelletje nog altijd gewonnen. Dat geeft niets; ik kan goed tegen m’n verlies. Helemaal als het om harige tegenstanders gaat. 

Irene van Eijk

 

Irene gebruikt in haar boeken en teksten de vergelijking tussen de mensen en de wolven. Wij zouden het leuk vinden als u een vraag en/of onderwerp heeft waar Irene dan vanuit haar visie (vergelijking wolf / mens) een antwoord op kan geven. Suggesties kunnen gestuurd worden naar: nieuwsbrief@werkgroepwolf.nl

Door het oog van ....

Veel van onze lezers en vrijwilligers begeven zich regelmatig in de (Nederlandse) natuur en leggen daarbij soms een mooi moment vast op foto. Om iedereen mee te laten genieten van deze momenten plaatsen we hier een kleine selectie van de beelden.


, heb jij ook een speciaal moment op camera vastgelegd? Deel het dan met de redactie en wie weet staat jou moment in de volgende nieuwsbrief van Werkgroep Wolf Nederland.

Wim Visser

Jan Niebeek

Welkom Bradley!

28 juli zijn Kimberly en Jeffrey van Deelen de trotse ouders geworden van hun zoon, Bradley van Deelen.

Kimberly is actief vrijwilliger bij de Werkgroep Wolf Nederland en ook Jeffrey draagt af en toe zijn steentje bij.

Bradley is een Engelse jongensnaam met de betekenis 'Uitgestrekte open plaats in het bos'. 'Brad' betekent weids, uitgestrekt, en leah betekent 'open plaats in het bos'. Het was oorspronkelijk een plaatsnaam, waarna het een familienaam werd. Tegenwoordig wordt de naam als voornaam voor jongens gebruikt.

Uiteraard ontvingen de jonge ouders en Bradley een leuk cadeautje van de Werkgroep: Een slabbetje met het logo.

Namens de Werkgroep Wolf Nederland van harte gefeliciteerd met Bradley en geniet van dit mooie wonder.

  

Welkom Lois!

Op 24 augustus om 23:22 is Lois Dreckmeier geboren.

Lois is de schitterende dochter van Ashley en Menno Dreckmeier. Ashley is vrijwilliger bij de Werkgroep Wolf Nederland.

Wij wensen de kersverse ouders en Lois heel veel geluk!

 

Uiteraard is er voor de ouders en Lois een leuk cadeautje van de Werkgroep onderweg.

Namens de Werkgroep Wolf Nederland van harte gefeliciteerd met Lois en geniet van dit mooie wonder.

 

Wat ging vooraf aan de terugkeer van de Wolf in Nederland
Een samenvatting van de historische gegevens door Jan H. de Rijk (verschenen in Huid en haar in 1985)

Al zoekend naar informatie over de wolf in Nederland door de jaren heen, kwamen we onderstaande artikel tegen dat is verschenen in het tijdschrift Huid en Haar uit 1985. 
Het beschrijft de periode van rond 1500 tot halverwege 1800. Om één en ander ook in de juiste context te plaatsen, hebben we hiernaast ook een kaart van Nederland geplaatst. Duidelijk is wel te zien dat Nederland weinig tot geen bossen en aangesloten natuurgebieden had. (Klik op de kaart om te vergroten)

Opmerkelijk is dat de beschreven gebieden, waar de wolf leefde, veel overeenkomsten met de huidige vestigingsplekken van de wolf. Dat kan natuurlijk toeval zijn maar is zeker bijzonder om lezen.
De schrijver van het artikel heeft een wel heel opmerkelijke slotzin.

 

Over het voorkomen van Wolven in Nederland zijn veel historische bronnen beschikbaar en zijn verzameld in de volgende tekst.

Nederland rond 1570

Afname in de verspreiding van de Wolf. Het jaar waarin de laatste  Wolf in het gebied is waargenomen staat vermeld. Voor Utrecht werden verschillende data gevonden. Daarom is staan hier twee jaartallen vermeld.

Verspreiding

Uit de historische bronnen vanaf 1500 kan globaal de verspreiding worden nagegaan. De gegevens daarvan zijn in figuur 1 samen gebracht. Met opzet zijn vaak grote gebieden genomen. Zwervende of opgejaagde exemplaren konden immers grote afstanden afleggen, zodat de plaats waar een Wolf werd gezien of gedood slechts globaal zijn leefgebied aangeeft. Uit deze figuur blijkt dat de Wolf geleidelijk steeds verder naar het zuiden en oosten is verdrongen. In de Ardennen en de Eifel leefden tot in de 19e eeuw nog flinke aantallen Wolven. Van hieruit werd de Nederlandse populatie steeds aangevuld met zwervende exemplaren.

Zonder dit achterland was de Wolf waarschijnlijk al veel eerder uitgeroeid. In Engeland bijvoorbeeld, werd de laatste Wolf al in de 15e eeuw gedood. In het dichtbevolkte en bos-arme Nederland had men de Wolf ook omstreeks die tijd kunnen uitroeien.
De invloed van de wolvenpopulaties in Duitsland en België blijkt vooral in tijden van oorlog. Er kon dan weinig aandacht besteed worden aan wolvenbestrijding, zodat het aantal Wolven toenam. Dit had tevens een areaalvergroting van de Wolven tot gevolg. De Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) wordt bijvoorbeeld benoemd als oorzaak van de vele Wolven aan het eind van de 16c eeuw. De wolvenplaag in Brabant van rond 1760 zou samenhangen met de Frans-Duitse Oorlog (1756-1763).  Ook  in de Franse Tijd  (1795-1815) verschijnen in veel gebieden opeens weer Wolven.

Oorlogen zijn in het buitenland ook later nog van grote invloed geweest op wolvenpopulaties. Na de Tweede Wereldoorlog kon de wolf weer ver naar het westen oprukken; tussen 1948 en 1956 werden in Nedersaksen nog vijf  wolven gedood. Ook tijdens de staat van beleg in Polen breidde de wolf zich weer westwaarts uit. Dit werd veroorzaakt door de vordering van geweren, zodat bestrijding nauwelijks meer mogelijk was.

De verspreiding zoals weergegeven in figuur 1 is vooral gebaseerd op zwervende exemplaren. Wanneer een lokale populatie verdween is meestal niet meer na te gaan. Min of meer permanente populaties bleven lang bestaan in enkele slecht toegankelijke gebieden, zoals de Peel, de Veluwe en Midden-Drenthe. Van hieruit trokken de wolven naar het omliggende cultuurland.

Er zijn een aantal vermeldingen van nesten met jonge wolven bekend, die duiden op een lokale wolvenpopulatie. In de 17e eeuw werden in Drenthe nog herhaaldelijk jonge wolven gevonden (Magnin 1856 : 166). Tot omstreeks 1800 was dit in grote delen van Noord- Brabant en Limburg eveneens het geval (onder andere Cunen 1930 : 252). In sommige streken werd het laatste exemplaar dus geschoten kort nadat er in die streek nog jonge wolven waren geboren.

 

Schade door Wolven

Wolven brachten vooral schade toe aan het vee en het jachtwild. De schade aan het vee was het belangrijkste. Schapen, varkens en geiten, maar soms ook koeien en paarden werden door de wolven gedood. De boeren waren daardoor gedwongen het vee langer op stal te houden, dat weer een voedertekort kon veroorzaken. Weiden van het vee onder scherp toezicht betekende een extra belasting op het werk van de boer. Voor veel boeren vormde de wolf dus al een schadepost zonder dat een stuk vee was gedood. Er waren diverse methoden om een gedupeerde boer te helpen. Zo werd in veel plaatsen ’de beestenschat’, een soort belasting op (rund-)vee, niet geheven van boeren die een koe of een ander stuk vee hadden verloren. Soms ook hebben boeren een onderlinge verzekering afgesloten door te verklaren dat zij met elkaar de schade zullen vergoeden als één van hen een koe of paard verliest door wolven.

In een dergelijke akte uit 1743 door zo’n negentig Limburgse boeren uit Helden, blijkt dat een paard soms door een groep wolven in een moeras werd gedreven en daar verdronk of werd gedood. Zo’n jachtmethode is inderdaad karakteristiek voor een groep wolven die een groot dier bejaagt.

De inspanning van anderen om de wolf te bestrijden moest soms door de belanghebbende boeren worden betaald. Er bestaan bijvoorbeeld een verklaring omtrent het recht van de Veluwse jagermeester om van de grote schapenboeren een schaap te mogen ontvangen als hij of één van zijn mannen een wolf heeft gedood.

Over de schade aan het jachtwild werd vooral geklaagd op de Veluwe, in Overijssel en in andere streken waar de jacht belangrijk was. In de jachtplakkaten staat dan bij de bepaling over de premie dat dit ’tot conservatie ende ruste van het wild’ werd ingesteld.

Wolvenjachten in Nederland. Per streek zijn het eerste en laatste jaar opgenomen waarin melding gemaakt wordt van wolvenjachten.

Bejagingsmethoden

Er zijn in de loop der tijd een groot aantal vangmethoden in gebruik geweest. De meeste konden door tin jager worden beoefend. Voor de wolvenjachten, die in een volgende paragraaf aan de orde komen, waren echter veel mensen nodig.

Een  oude  methode  is  het  graven  van  een vangkuil, waar bij vaak een geit of schaap als lokdier werd gebruikt. Door Clamorgan (1588) wordt deze methode uitgebreid besproken. Aan de toepassing van deze vangtechniek herinnert de meermalen voorkomende veldnaam wolfskuil. In Brabant verbood men deze vangtechniek vanwege het misbruik door stropers en vanwege het gevaar van de kuilen voor de mens. 

Een andere oude  vangtechniek,  die in 1392 ook door de vaste ’wolfvanger’ van Rozendaal (Gld.) werd toegepast, is het uitleggen van lokaas. O.a wolven die op dit aas afkwamen werden gedood. 
Aas met strychnine werd vanaf de 18e eeuw in het buitenland met veel succes toegepast om wolven te vergiftigen. In Nederland is deze methode waarschijnlijk niet of nauwelijks gebruikt.

Honden, al dan niet speciaal voor de wolvenjacht gefokt en afgericht, werden dikwijls bij de jacht gebruikt. In sommige streken behoefde van deze wolfshonden de poot niet afgekapt te worden. Voor andere  honden was dit ’poten’, het afknijpen of afkappen van een deel van de voorpoten, vaak ver plicht om het jachtwild beter te beschermen.

Dit is uw nieuwe tekstblok met eerste paragraaf.

 

Premieregelingen

In de meeste Nederlandse gewesten heeft er wel één of andere premieregeling bestaan. Het uitloven van een premie op het doden van wolven was bedoeld om de individuele bejaging aan te moedigen. De premiebedragen waren soms zeer hoog. Het bedrag dat in Utrecht voor een wolvin werd betaald, was bijvoorbeeld haast gelijk aan het jaarloon van een arbeider in die tijd. Omdat de premiebedragen per streek verschilden, moest men wel kunnen aantonen waar het dier was gedood.


In Brabant en Limburg heeft lange tijd een andere premieregeling bestaan. De gelukkige jager ging met de gedode wolf de omringende dorpen langs en kreeg overal een kleine premie. Dit illustreert de waardering en aanmoediging van de bewoners voor de wolvenvangers.

Enkele voorbeelden van premieregelingen. De jaartallen tussen haakjes zijn de jaartallen waarbij de bepaling van de premie voor het laatst werd gewijzigd.

Bij de instelling van de Jachtwet in 1814 werd ook een premie op het doden van wolven vastgesteld. Deze bepaling werd in de Jacht- wet van 1852 gehandhaafd; het premiebedrag werd iets gewijzigd. In tegenstelling tot de premies voor ander schadelijk gedierte, die uit de opbrengst van de jachtakten werden bekostigd, werd de premie voor de wolf uit de rijkskas betaald. Dit gebeurde omdat men het doden van wolven als een algemeen belang voor mens en dier zag.

Wolvenjacht in Utrecht op 14 april 1592. De naar de rivieren gedreven Wolven werden daar in schuiten opgewacht en gedood.

Wolvenjacht in Zuid-Drenthe op 8 oktober 1618. Een paar deelnemende dorpen zijn aangegeven.

De grote wolvenjachten

Behalve de individuele bejaging met geweer werden tientallen wolvenjachten gehouden. Een wolvenplaag vormde voor de bestuurders dikwijls de aanleiding om een wolvenjacht uit te schrijven. Door een plakkaat of ordonnantie werd de bevolking op de hoogte gesteld. Voor mannen van veertien tot zestig jaar was deelname vaak verplicht. In het plakkaat werd beschreven hoe de wolvenjacht uitgevoerd diende te worden. 

Het punt waar men de wolven naar toe joeg kon bestaan uit een rivier, zoals de Utrechtse Vecht, naar een centraal opgesteld baken, zo als die op het Ellertsveld in Drenthe, of naar een lang net, een zogenaamd ’wolfspand’. Bij de Utrechtse wolvenjachten moesten de bewoners van de dorpen langs de Vecht met schuiten op de Vecht een cordon maken. Wolven die het water in werden gedreven, konden dan vanuit de boten worden dood geslagen. Bij de Utrechtse jacht van 1592 werden de wolven ook naar de Rijn en de Eem gedreven. Inwoners van de Betuwe werd dringend verzocht de zuidoever van de Rijn te bewaken. De inwoners van Utrechtse dorpen langs de Rijn moesten met schuiten over de Rijn patrouilleren of in de uiterwaarden de wacht houden.

Bij de jachten naar een centraal punt, meestal een baken, moesten de opgedreven wolven met het meegenomen jachttuig worden doodgemaakt. De deelnemers werd bevolen daarvoor allerlei wapens mee te nemen, variërend van hooivorken tot geweren. Het meenemen van geweren was echter vanwege het gevaar voor ongelukken ook vaak verboden.

 

Het drijven van de wolven naar netten werd veel toegepast. Deze netten werden meestal in de dorpskerken bewaard. In het plakkaat  op de wolvenjacht in Utrecht van 1593 worden de dorpen opgesomd, waar een net bewaard moest worden. In totaal was daar 1903 meter aan netten. Bij het plaatsen van de netten moest onder meer rekening worden gehouden met de begroeiing in de omtrek.
Clamorgan (1588) geeft hiervoor diverse aanwijzingen, waarvan de organisatoren wellicht gebruik hebben gemaakt. In de collectie van het Nederlands Openluchtmuseum is een wolvennet aanwezig. Het werd in 1947 vanuit de kerk van Cuyk naar het museum overgebracht. Het net is ongeveer 44 m lang en 1,5 m hoog.

De grootste zorg bij een wolvenjacht betrof de ring mensen die de wolven moesten opjagen. Gaten in deze ring, waardoor de wolf kon ontsnappen, mochten niet voorkomen.

Wolvennet. Momenteel in de collectie van het Openluchtmuseum in Arnhem

Een groot deel van de plakkaten op de wolvenjacht geven dan ook aan welke dorpen met elkaar een linie moesten maken. Scholten, al dan niet te paard, werden als opzichters aangesteld, soms nog bijgestaan door rotmeesters, die voor een klein deel van de ring verantwoordelijk waren.

De grote wolvenjachten konden meerdere dagen duren. Voor de Utrechtse wolvenjachten werd aangeraden proviand voor drie dagen mee te nemen. De grote Drentse jachten konden nog langer duren.

Van de meeste jachten ontbreken vangstgegevens. Waarschijnlijk werd de grote inspanning vaak nauwelijks beloond. Bij de grote jacht in Drenthe van 1772 werd niet één wolf gedood, hoewel er bij Dwingeloo wel een wolf was gezien. Ook de diverse grote drijfjachten van 1810 in het Limburgs- Duitse grensgebied, waaraan soms meer dan 4000 mensen deelnamen, leverden dikwijls niets op (Geraedts 1983). Het mislukken werd aan gaten in de linie toegeschreven, of men vermoedde dat de wolven zich in de korenvelden hadden verscholen.

Slachtoffers onder mensen

Over het gevaar van wolven voor de mens is veel te doen geweest. Valt een horde hongerige wolven volwassen mensen aan? Worden vooral kinderen en grijsaards belaagd? Of bestaat hoogstens een risico bij hondsdolle wolven?

In paragraaf 2 hebben wij al gezien dat de wolf vooral door de schade aan vee  en jachtwild als een bedreiging beschouwd werd. Er wordt echter ook diverse malen op het gevaar voor mensen gewezen. Bij de Utrechtse wolvenplaag van 1590 wordt vermeld dat een wolf heeft ’verschuert ende ommegebracht een jonck schamel meysken’. In het plakkaat van 1646 in de zelfde provincie wordt er met eventuele slachtoffers rekening gehouden- ’niet alleen de beesten en het vee, nemaar ook selfs kinderen, ja mannen en vrouwen soude kunnen overkoomen’. 

Ook zou in januari 1646 een jager bij De Bilt door vier wolven tot het gebeente toe opgegeten. In 1726 werd een 83-jarige man bij Maastricht door een wolvin aangevallen en verwond. Het lukte hem echter om met zijn sikkel de wolvin te doden. Het agressieve gedrag van deze wolvin werd toegeschreven aan haar drachtige toestand.

Veel groter was het aantal slachtoffers van wolven in Lokeren (Vlaanderen). De pastoor aldaar schreef in 1587 dat al zeventien kinderen en volwassen waren gedood (Witkamp 1870). Bekend zijn ook de elf kinderen die in 1810 en 1811 in Noord-Limburg werden gedood.

Het is moeilijk te beoordelen hoe betrouwbaar deze vermeldingen zijn. De documentatie over de elf kinderen die in Noord-Limburg werden gedood is uitgebreid en laat weinig mogelijkheden over om de schuld op verwilderde honden of moordenaars te schuiven (zie Geraedts 1981).

De angst voor wolven zat er in ieder geval nog lang in. Het exemplaar dat in 1859 bij ’s-Hertogenbosch van een kermis ontsnapte, vormde voor veel ouders een aanleiding hun kinderen thuis te laten. Ook de bepalingen in de Jachtwet van 1852 wijzen op een grote angst voor wolven.

De laatste Wolf in Nederland

Over de laatste wilde wolf die in Nederland leefde, valt weinig met zekerheid te zeggen. Meestal wordt de wolf die in 1845 bij Schin- veld (L.) werd gedood als de laatste beschouwd. Soms worden ook de exemplaren genoemd die in 1820 en 1822 bij Groesbeek werden gedood.

Van later datum zijn een tweetal onbetrouwbare vermeldingen. In 1869 werden volgens Witkamp (1870) bij Schinveld (L.) nog twee jonge wolven gevangen. Rijken (1939) vermeldt het afschot van een wolf bij Helvoirt (N.-B.) in de strenge winter van 1880-1881. Volgens IJsseling & Scheygrond (1943 : 323) en Cremers (1928 : 129) zijn deze vermeldingen waarschijnlijk onjuist.

De onbetrouwbaarheid zou samenhangen met sensatiebeluste nieuwsvorming, of met verwarring met verwilderde honden.

Het is overigens goed mogelijk dat ook na 1845 zwervende exemplaren op Nederlands gebied kwamen. In 1871 werden bij Prüm (Eifel), op zo'n zeventig km van de Nederlandse grens, nog drie jonge wolven gevangen. De laatste wolf werd daar pas omstreeks 1890 geschoten (Schwind 1983 : 396). 
In deze eeuw is de situatie door sterke uitbreiding van stedelijk gebied en wegennet veranderd. De kans dat zwervende wilde wolven Nederlands grondgebied bereiken is daardoor vrijwel afwezig.

 

Voor het origineel en de volledige bronvermelding verwijzen wij u graag naar het artikel.

Werkgroep Wolf in de media

Werkgroep Wolf Nederland is steeds vaker te zien/horen/lezen in de (lokale)media. O.a. onze vrijwilliger Erika Visser (schaapherder in Drenthe) is regelmatig te zien in de regionale media, wanneer het gaat over onderwerpen die gerelateerd zijn aan de wolf. Bij het bekend worden van de geboorte van welpen bij de roedel in Friesland / Drenthe was ze ook te zien in het NOS Journaal en Jeugdjournaal. Ook was ze die dag te horen in de radio-uitzending op NPO. Wie het gemist heeft, vindt hier de links naar de uitzendingen.
Maar ook Daphne van Zomeren, schaapherder bij de Elspeter schaapskudde was te horen op radio Gelderland.

Naar aanleiding van de gratis informatieve wandelingen, die de Werkgroep Wolf Nederland op 2 locaties verzorgd, kwamen we ook in de uitzending van de lokale omroep radio794. Daar mocht Maurice Schalker e.e.a. uit de doeken doen over de wandelingen en de werkgroep. Luister hier het fragment

 

 

 

Wolvenverhalen rond het kampvuur

De afgelopen periode heeft de Werkgroep Wolf een aantal extra evenementen georganiseerd. Eén daarvan was de bijeenkomst bij Buitenplaats Beekhuizen, waar "Wolvenverhalen rond het kampvuur plaatsvond".

 

Tijdens 3 avonden konden kampeergasten van Buitenplaats Beekhuizen in een informele setting en onder het genot van een drankje en een hapje kennis maken met de wolf.


Helaas was het door de droogte niet mogelijk om daadwerkelijk een kampvuur te ontsteken.

 

De Werkgroep kan in ieder geval terugkijken op een leuke activiteit, vele leuke gesprekken en nieuwe connecties.

Tijdens de avonden werden de aanwezigen voorzien van informatie over de wolf, zijn leven, de terugkeer en zijn prooien.
Van een aantal prooien waren de schedels en botten aanwezig. Maar ook werden een groot aantal foto's getoond van sporen, drollen en prooien.

Deze activiteit zal volgend seizoen zeker een vervolg krijgen.

Komende periode zijn er nog de gebruikelijke wandelingen. Ook daar zal worden gekeken of deze kunnen worden uitgebreid.
Wij raden u aan om in ieder geval onze agenda in de gaten te houden voor nieuwe activiteiten.

Neem hier ook eens een kijkje

Agenda

Komende periode staan de volgende evenementen op de agenda:

  • De wandelingen voor komende maand(en) zitten helaas allemaal vol.
    Houd de agenda in de gaten voor eventuele extra wandelingen/activiteiten.

Voor meer activiteiten zie onze agenda: 

Deze nieuwsbrief is een uitgave van Werkgroep Wolf Nederland
Aan de inhoud van deze nieuwsbrief kunnen geen rechten worden ontleend
Niets uit deze uitgave mag worden gebruikt of vermenigvuldigt zonder uitdrukkelijke toestemming van Werkgroep Wolf Nederland.
Werkgroep Wolf Nederland is een notariële vereniging, en staat ingeschreven bij de kvk onder: 83976310.

Copyright © 2022 | Werkgroep Wolf Nederland